De LOV had verbindingen met de kleine creatieve wereld van de Veluwezoom. De Arnhemse tekenleraar Albert Smit maakte daar deel van uit.

Zelfportret Albert Smit. Familie archief; 0051

Albert Smit was geboren en getogen Groninger en had de mogelijkheid te studeren aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid in Amsterdam, de school voor toegepaste kunst die aan het Rijksmuseum was verbonden. Ook zijn mede-Groningers Bert Nienhuis en Albert Hahn volgden hun tekenopleiding aan deze school. Smit bleek een talentvolle leerling te zijn die speciaal werd opgemerkt door de directeur van de Rijksschool, J.R. de Kruyff. Ook in het blad De Opmerker kreeg de jonge kunstenaar een eervolle vermelding. Hij bekwaamde zich met name in het streng stileren van de natuur, wat een kenmerk werd voor de ‘Nieuwe Kunst’, de Nederlandse variant van de Internationale Art Nouveau-beweging. In 1897 nam hij deel aan de theosofische ‘Vahana’cursus, waar hij met de architecten De Bazel en Lauweriks in contact kwam en hem leerde tekenen via een wiskundig systeem. Verder was hij bevriend met Chris Lebeau, die het ‘ontwerpen op systeem’ als  geen ander in de vingers had. Al met al bevond hij zich in deze periode in het midden van de Nederlandse avant-garde op ontwerpgebied.
In 1899 haalde hij zijn akte en kon als tekenleraar aan de slag in Amsterdam aan de vaktekenschool. Zijn inkomen was de eerste jaren nogal bescheiden zodat hij ook naar andere inkomstenbronnen moest zoeken. Aan Bert Nienhuis leverde hij ontwerpen voor diens kleine keramische atelier De Lotus dat al gauw werd overgenomen door plateelbakkerij De Distel. Prachtig zijn Smit’s tegeltableau’s voor het Americain hotel aan het Leidseplein, een schepping van architect Willem Kromhout. Het was een perfecte symbiose van architectuur en toegepaste kunst. Zijn hele leven lang zou Smits een grote belangstelling voor architectuur aan de dag leggen.

Smit’s loopbaan nam een nieuwe wending toen hij in 1901 werd benoemd tot tekenleraar aan de ambachtsschool in Arnhem. Hij volgde daar zijn studiegenoot Harm Ellens op.  Smit trouwde, stichtte een gezin (zijn dochter zou eveneens een verdienstelijk tekenares worden) en zou zijn hele leven lang aan Arnhem verbonden blijven. Er zijn  meubelen bekend die rond 1910 door hemzelf zijn ontworpen en zijn uitgevoerd door de leerlingen van de ambachtsschool. Een eikenhouten buffet, eetkamertafel en stoelen verraden dan nog in alle opzichten de invloed van de bekende architect K.P.C. de Bazel. Toen hij eenmaal was gevestigd in een jaren ’20 woning op de Braamberg vulde hij zijn interieur aan met meubilair van de LOV. Bekend in de familie zijn fauteuils met geregen textiel en een bank. Ook was hij bevriend met Piet Izeren en Jan Muntendam die voor korte of langere tijd aan de LOV verbonden waren.

In familiebezit bevindt zich nog een map met meubelontwerpen, allen door zijn leerlingen getekend naar bestaande meubelen van de LOV. Daarmee werd het tekenen naar perspectief geoefend, en vervolgens met verf ingekleurd om kleurstellingen onder de knie te krijgen. De randen van de tekeningen werden naar voorbeeld van het bekende tijdschrift Wendingen uitgevoerd.

Smit zelf heeft weinig vrij werk gemaakt, maar blonk wel uit als ontwerper van reclamemateriaal. Verder was hij een groot liefhebber van het werk van Marius Bauer. Wegens een zwakke gezondheid ging hij vlak voor de Tweede Wereldoorlog met pensioen. De oorlog haalde de familie Smit ook in. Na de slag om Arnhem moesten zij naar Velp geëvacueerd worden, waar zijn gezondheid verder onder leed. Bij terugkomst was het huis deels geplunderd, vooral zijn tekeningenarchief had te lijden gehad.

De moeilijkheden van de oorlog is Albert Smit nooit meer te boven gekomen. Hij overleed in 1946.

Frederik Erens

Met dank aan de heer en mevrouw Delvigne.