Ontwerper J.A. Muntendam ontwikkelde eind 1933/ begin 34 de ‘NORMA’ serie. D.m.v. een advertentiecampagne trachtte Pelt in 1934 de verkoop van de als ‘goed en goedkoop’ aangeprezen NORMA- meubelen te stimuleren. Het zou zijn laatste poging zijn om het bedrijf van de ondergang te redden.
Het doel waarmee Muntendam deze serie ontwierp, was een grotere bereikbaarheid te bewerkstelligen. Kopers konden ‘sparen’ voor de diverse onderdelen en zouden deze dan zelf in elkaar kunnen zetten. Dit zou niet stroken met de gedachten van de directie wat tot uitdrukking kwam in de advertenties en onderstaand citaat.
In 1934 besloot Muntendam voor zichzelf te gaan beginnen. (Bron: L.O.V. een idealistische meubelfabriek, Karin Gaillard).
Geschiedenis
Geschiedenis – Verhalen
Menu:
Diversen
Frederik Mispelblom Beyer, 1925- 2020
Zoon van Hendrik Jan Mispelblom Beyer en Johanna Catharina Pelt. Op 4 augustus 2020 is op 94 jarige leeftijd Frederik Mispelblom Beyer overleden. Erik, we mochten geen oom zeggen, was een van de drie kleinkinderen van Gerrit en Berendina Pelt- de Vletter en de jongste zoon van Hendrik Jan Mispelblom Beyer en Johanna (Jo) Catherina…
Geschiedenis L.O.V. inhoud:
Geschiedenis:
Heeft u een verhaal welke betrekking heeft op de geschiedenis van de meubelfabriek L.O.V. Wij horen graag van u.
Contactformulier
Geschiedenis – Ontwerpers
Menu:
Ontwerpers
‘NORMA’ meubelen, ontwerper J.A. Muntendam
Ontwerper J.A. Muntendam ontwikkelde eind 1933/ begin 34 de ‘NORMA’ serie. D.m.v. een advertentiecampagne trachtte Pelt in 1934 de verkoop van de als ‘goed en goedkoop’ aangeprezen NORMA- meubelen te stimuleren. Het zou zijn laatste poging zijn om het bedrijf van de ondergang te redden. Het doel waarmee Muntendam deze serie ontwierp, was een grotere…
Ida Falkenberg-Liefrinck (1901-2006)
Ida Falkenberg-Liefrinck behoort tot de eerste vrouwen die een professionele loopbaan volgde op het gebied van architectuur en binnenhuiskunst. Dat vrouwen zelfstandig carrière konden maken was in de tijd dat zij opgroeiden niet vanzelfsprekend. Vrouwen waren wel in de zorg en het onderwijs werkzaam, maar de regel was dat met het trouwboekje ook de ontslagbrief…
Adriaan Frederik van der Weij (1885-1977) en de Amsterdamse School.
Van der Weij was sinds 1915 in vaste dienst als ontwerper bij LOV en heeft in die functie een relatief groot aandeel gehad in het oeuvre van de meubelfabriek. Adriaan van der Weij werd in 1885 geboren in Zaandam en groeide daar op. Hij volgde tekenlessen aan de Quellinusschool in Amsterdam, de opleiding die oorspronkelijk…
Ir. Dirk Roosenburg BNA 1887-1962
Dirk Roosenburg werd in Den Haag geboren als zoon van een arts. Hij bezocht de HBS en volgde aansluitend een opleiding aan de Technische Hogeschool in Delft. In 1911behaalde hij zijn ingenieursdiploma. Daarna studeerde hij nog een jaar aan de Ecole des Beaux Arts in Parijs. Om praktijkervaring op te doen, werkte hij bij architect…
Smits & Fels, architecten BNA
Hendrik Fels (1882-1962) en Anthonie Pieter Smits (1881-1957) Hendrik (‘Henk’) Fels en zijn jongere broer Jacobus Barend (‘Koos’) (1889-1980) waren architecten die stamden uit een gezin van M.C. Fels die een Steenfabriek leidde in de Ooypolder bij Nijmegen. Hendrik volgde het gymnasium in Rotterdam. Omdat de oudste broer Frederik de onderneming van vader verder zou…
Fels, architecten
Architect Rob Fels, mede auteur van het boek Gebroeders Fels, architecten, houdt zich bezig met het vervolmaken van de projectmappen van de Gebroeders Fels. Dat levert vaak leuke resultaten op.
Albert Smit (1878-1946) , tekenleraar in Arnhem
De LOV had verbindingen met de kleine creatieve wereld van de Veluwezoom. De Arnhemse tekenleraar Albert Smit maakte daar deel van uit. Albert Smit was geboren en getogen Groninger en had de mogelijkheid te studeren aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid in Amsterdam, de school voor toegepaste kunst die aan het Rijksmuseum was verbonden. Ook zijn…
Geschiedenis L.O.V. inhoud:
Geschiedenis:
Heeft u een verhaal welke betrekking heeft op de geschiedenis van de meubelfabriek L.O.V. Wij horen graag van u.
Contactformulier
Geschiedenis – Medewerkers
Menu:
Medewerkers
Medewerkers L.O.V.
Wie is wie? In de vele publicaties die inmiddels gedaan zijn over de meubelfabriek LOV, staan ook personen op de foto’s. Dat maakt ons nieuwsgierig, want wie zijn nu de personen die op de foto’s staan. Zijn er mogelijk onder u die ons hier meer over kunnen en willen vertellen? En mogelijk heeft u ook…
D.J.W. Lackamp, 1882- 1959
Werkzaam als boekhouder/administrateur bij de L.O.V. In 2020 is de Stichting een foto album ter beschikking gesteld, dat in het bezit was van de erven van de heer Lackamp. Wij hopen nog wat meer informatie te krijgen of te vinden over de heer Lackamp. We deden ook navraag bij de kleindochter van Gerrit Pelt. Ze…
Jack Zeijlemaker, meubelmaker bij de L.O.V.
‘IS DIT IETS VOOR U?’ ‘Is dit iets voor u?’. Zo begint een aankondiging voor de heropening van adviesbureau voor woninginrichting aan de Jans Binnensingel in Arnhem. Het gaat hier om een adviesbureau van meubelfabriek L.O.V dat onder leiding staat van mevr. Smit, wiens specialiteit de kleinere artikelen van kunstnijverheid betreft en de heer Zeijlemaker,…
Gerard Perfors, meubelmaker bij L.O.V. (1890-1964)
Gerard Perfors, Meubelmaker bij de L.O.V. De naam van Gerard Perfors (1890-1964) is vooral verbonden met de reis die hij als twintiger in de zomer van 1911 ondernam met twee vrienden. Na acht maanden voegde zijn latere vrouw Marie Zwarts zich bij het gezelschap. De vier adolescenten wilden acht jaar lang wegblijven en noemden zich…
De heer Jan Schuurman: (1902 – 1961) werknemer en ontwerper bij meubelfabriek L.O.V. te Oosterbeek (1932/1935)
De heer Jan Schuurman: (1902 – 1961) werknemer en ontwerper bij meubelfabriek L.O.V. te Oosterbeek (1932/1935) Al vele jaren zijn we verzamelaars van meubelen die gemaakt zijn door L.O.V.. Daar vele meubelen ook een eigen verhaal hebben, verzamelen we nu ook de verhalen en meldden wij ons als lid aan van de Stichting Heemkunde Renkum aan…
Jacob Poppen Janssen, van LOV meubelmaker tot leraar kunstnijverheid aan de Amsterdamse Academie
Op een winterdag in 2017 bezocht de Stichting Erfgoed LOV de classicus dr. L. F. Janssen. De heer Janssen had eerder aangegeven dat zijn vader als jongeman bij de meubelfabriek had gewerkt en vertelde nu over de achtergrond. Jacob Poppen Janssen (1892-1960) had met zijn broers en zusters op jonge leeftijd zijn ouders verloren en…
Willem Berends (ca. 1890-1963), bedrijfsleider en vioolbouwer
Willem Berends werd geboren in Renkum en volgde zijn opleiding aan de Ambachtsschool in Arnhem –vermoedelijk ook bij Albert Smit die daar sinds 1901 doceerde. Berends stond bekend als een ijverige leerling die altijd stipt op tijd in de klas verscheen, ondanks zijn dagelijkse lange tocht vanuit Renkum. Toen hij zijn diploma in ontvangst nam, kreeg…
De familie Holstege, meubelmakers/ stoffeerders bij meubelfabriek L.O.V.
T(inie) Holstege is de dochter van Johan Holstege, Heer meubelmaker/ stoffeerder bij meubelfabriek L.O.V. 1924- 1935. Herman Holstege en Bart (Lambertus Albert) Holstege zijn ooms van Tinie Holstege en eveneens meubelmakers/ stoffeerders. Paul van de Berg was ook een oom en meubelmaker. Het verhaal van Tinie. Begin 2017 start de mailcorrespondentie met Paul, de zoon van Tinie….
Geschiedenis L.O.V. inhoud:
Geschiedenis:
Heeft u een verhaal welke betrekking heeft op de geschiedenis van de meubelfabriek L.O.V. Wij horen graag van u.
Contactformulier
Geschiedenis L.O.V. LABOR OMNIA VINCIT (1910-1935)
De N.V. Labor Omnia Vincit (kortweg LOV) was een bekende meubelfabriek in Oosterbeek die naam heeft gemaakt in de geschiedenis van de Nederlandse toegepaste kunst als een vooruitstrevende fabriek, zowel op het gebied van de bedrijfsvoering als op het gebied van het meubeldesign.
De reputatie van de fabriek is nauw verbonden met de oprichter en directeur Gerrit Pelt J. Jzn (1864-1956). Pelt stamde uit Rotterdam waar hij zijn loopbaan begon als timmerman, bouwkundig tekenaar en aannemer. In de loop van de tijd wist hij een bloeiend aannemersbedrijf op te bouwen. Van 1889 tot 1893 had Pelt samen met H.J.G. Hakkert een aannemersbedrijf en timmerwerkplaats in Rotterdam en van 1904 tot en met 1906 had hij samen met Ph. van der Heyden een soortgelijk bedrijf, de firma Pelt & van der Heyden.
Reeds op jonge leeftijd was hij een sociaal bewogen ondernemer die idealen koesterde om de kloof tussen arbeid en kapitaal te overbruggen. Die kon hij aanvankelijk om economische redenen niet in de praktijk brengen.
In 1901 verhuisde Gerrit Pelt om gezondheidsredenen naar Driebergen. Hij bleef echter wel met de trein naar Rotterdam reizen. Gerrit Pelt verbrak geleidelijk aan de samenwerking met de heer van der Heijden en liet zijn naam verwijderen. Inmiddels een vermogend man geworden, vestigde hij zich in 1907 Oosterbeek. Het nietsdoen beviel hem daar niet en dat werd de prikkel om zijn oude ideaal van een modelonderneming op te richten met het streven kapitaal en arbeid in harmonie te brengen. In 1910 werd de N.V. Oosterbeeksche Meubelfabriek Labor Omnia Vincit opgericht. De bouw van de fabriek en de 11 personeelswoningen werden door Pelt voor eigen rekening gebouwd.
Als artistiek directeur werd de architect H.F. Mertens aangetrokken die sterk was beïnvloed door de moderne meubelontwerpen van H.P. Berlage en de Amsterdamse wooninrichtingsfirma ’t Binnenhuis. Aanvankelijk werden naast moderne meubelontwerpen ook meubelen in historische stijlen geleverd, om den brode, zoals ook de gelijksoortige Haarlemse meubelfabriek Onder den St. Maarten zou doen. Maar al binnen enkele jaren zou de LOV zich uitsluitend richten op het vervaardigen van modern meubilair. Daartoe werden verschillende ontwerpers en architecten aangezocht die hun ontwerpen in Oosterbeek lieten uitvoeren. Met de komst van Frits Spanjaard als artistiek directeur (en tijdelijk ook mededirecteur) werd in 1919 werd de weg ingeslagen van een moderne vormgeving die in veel gevallen was beïnvloed door de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wight. Ontwerpers die in deze stijl werkten waren J. Jansen, Van Izeren en J. A. Muntendam, die Spanjaard na diens vertrek als artistiek directeur opvolgde. Incidenteel leverden architecten als H. Fels, C. Alons, D. Roosenburg en J.B. van Loghem ontwerpen aan. Meer beïnvloed door de plastische vormgeving van de Amsterdamse School waren de ontwerpen van A.F. van der Weij en J. Crouwel.
De LOV onderscheidde zich van alle andere ondernemingen door de vooruitstrevende bedrijfsopzet. Pelt wilde een voorbeeld stellen door optimale arbeidsomstandigheden te bereiken.
De lonen waren relatief hoog, de arbeidstijden redelijk er werd een ziektekostenverzekering ingesteld. Bovendien was het bedrijfscomplex voorzien van een badinrichting en een bibliotheek, waar ook lezingen werden gegeven.
De personeelswoningen werden als doelmatig geprezen. Wat dit laatste betreft was Pelt niet de enige sociaal bewogen ondernemer; verderop in Wolfheze werd door de plaatselijke rubberfabriek Heveadorp gebouwd. Wat de LOV wel uniek in zijn tijd maakte, was het beginsel van winstuitkering voor de werknemers. In goede tijden kregen de werknemers een deel van de winst uitgekeerd in aandelen, zodat zij langzamerhand medeverantwoordelijkheid kregen in het bedrijf met de bijbehorende inspraak. De gunstige arbeidsvoorwaarden werden ook bewust benadrukt in de bedrijfsreclame.
Toch was de LOV niet louter een filantropische onderneming. Pelt bewees zijn idealistische streven te koppelen aan goed ondernemerschap. Hij hield samen met de raad van commissarissen de teugels vast in handen en wist van de meubelfabriek een winstgevend bedrijf te maken.
Mede door het progressieve personeelsbeleid kreeg de LOV binnen sociaaldemocratische en links- liberale kringen het imago van een modelonderneming. Uit de sociaal-democratische zuil kreeg de firma dan ook veel opdrachten. Zo werd in 1927 het SDAP-denkcentrum Troelstraoord geheel door de LOV ingericht. In Sociaal-Democratische kringen was de aanschaf van een LOV ameublement een synomiem voor een moderne, progressieve levensstijl. Maar ook uit ondernemerskringen kwamen opdrachten binnen. De ambachtelijk en solide vervaardigde meubelen leverden ook overheidsopdrachten op: bijvoorbeeld door postkantoren, de Nederlands Spoorwegen en de raadszaal van het Gelderse provinciehuis. H.P. Berlage benaderde de LOV voor de inrichting van het bekende gemeentehuis in Usquert. Berlage en Pelt kruisten bij die gelegenheid nog eens de degens over de stoelontwerpen; beide architecten achtten zich volledig competent op het gebied van meubelconstructie.
Als ideaal publiek voor LOV-inrichtingen stond de arbeidsklasse voor ogen, die Pelt en andere sociaal bewogen idealisten wilden opvoeden tot het bereiken van betere woonomstandigheden. Voor goedkope massafabricage was de fabriek echter niet geoutilleerd en net als ’t Binnenhuis daarvoor werd het geld verdiend met het vervaardigen van relatief dure, modern vormgegeven en ambachtelijk vervaardigde stukken.
De bedrijfsresultaten waren in de beginjaren bemoedigend. Aan het begin van de jaren twintig volgde een inzinking (zoals ook de Nederlandse economie tijdelijk haperde) maar trok halverwege de jaren twintig weer aan. In 1927 werd een deel van de fabriek door brand verwoest. Deze tegenslag kon de fabriek aan, de productiehal werd nog beter geoutilleerd herbouwd. De gevolgen van de beurskrach van 1929, die Nederland in 1930 in een zware economische malaise stortte, had echter fatale gevolgen voor de Oosterbeekse meubelfabriek. Er werd nog gepoogd om tot goedkopere productie over te gaan zoals de gestandaardiseerde NORMA-serie waarbij de koper zelf meubelcombinaties kon samenstellen. Maar het tij leek niet te keren: ieder boekjaar werd met verlies afgesloten. Uiteindelijk besloten Pelt en de raad van commissarissen een faillissement niet af te wachten en werd de firma in 1935 geliquideerd. Helaas, zou men zeggen, want in de jaren daarna begon de Nederlandse economie weer aan te trekken.
Het idealistische streven van de LOV om moderne en smaakvolle meubileringen te leveren, werd na de oorlog weer in een andere vorm opgenomen door de Stichting Goed Wonen. Maar in de loop van de tijd raakte de bijzondere geschiedenis van de meubelfabriek in de vergetelheid. Dat veranderde in 1991 toen in het Gemeentemuseum Arnhem een grote overzichtstentoonstelling werd gepresenteerd over de geschiedenis van de ‘idealistische meubelfabriek’, met de bijbehorende publicatie geschreven door de kunsthistorica Karin Gaillard. Sinds die tijd heeft de LOV weer een vaste plek gekregen in publicaties over de Nederlandse toegepaste kunst in de eerste helft van de 20e eeuw. LOV-meubelen zijn door hun degelijke karakter over het algemeen goed bewaard gebleven en worden de laatste 25 jaar zowel door musea als door particulieren om hun gematigd-modernistische vormgeving gewaardeerd en in hun collecties opgenomen.
Drs. Frederik Erens
Medewerkers L.O.V.
Wie is wie?
In de vele publicaties die inmiddels gedaan zijn over de meubelfabriek LOV, staan ook personen op de foto’s. Dat maakt ons nieuwsgierig, want wie zijn nu de personen die op de foto’s staan. Zijn er mogelijk onder u die ons hier meer over kunnen en willen vertellen?
En mogelijk heeft u ook nog foto’s in uw bezit die wij mogen publiceren of u deze met ons wilt delen.
Ida Falkenberg-Liefrinck (1901-2006)
Ida Falkenberg-Liefrinck behoort tot de eerste vrouwen die een professionele loopbaan volgde op het gebied van architectuur en binnenhuiskunst. Dat vrouwen zelfstandig carrière konden maken was in de tijd dat zij opgroeiden niet vanzelfsprekend. Vrouwen waren wel in de zorg en het onderwijs werkzaam, maar de regel was dat met het trouwboekje ook de ontslagbrief van de werkgever vergezeld werd; de vrouw moest zich daarna om het gezin bekommeren.
Adriaan Frederik van der Weij (1885-1977) en de Amsterdamse School.
Van der Weij was sinds 1915 in vaste dienst als ontwerper bij LOV en heeft in die functie een relatief groot aandeel gehad in het oeuvre van de meubelfabriek. Adriaan van der Weij werd in 1885 geboren in Zaandam en groeide daar op. Hij volgde tekenlessen aan de Quellinusschool in Amsterdam, de opleiding die oorspronkelijk was gesticht door Pierre Cuypers om een nieuwe generatie vaklieden voor de bouwkunst en de toegepaste kunst op te leiden.
Ir. Dirk Roosenburg BNA 1887-1962
Dirk Roosenburg werd in Den Haag geboren als zoon van een arts. Hij bezocht de HBS en volgde aansluitend een opleiding aan de Technische Hogeschool in Delft. In 1911behaalde hij zijn ingenieursdiploma. Daarna studeerde hij nog een jaar aan de Ecole des Beaux Arts in Parijs. Om praktijkervaring op te doen, werkte hij bij architect Jan Stuyt.
D.J.W. Lackamp, 1882- 1959
Werkzaam als boekhouder/administrateur bij de L.O.V.
In 2020 is de Stichting een foto album ter beschikking gesteld, dat in het bezit was van de erven van de heer Lackamp. Wij hopen nog wat meer informatie te krijgen of te vinden over de heer Lackamp. We deden ook navraag bij de kleindochter van Gerrit Pelt. Ze wist hem direct te herinneren als ‘de administrateur die lang voor haar opa heeft gewerkt’.