Dirk Roosenburg

Foto: Persoonlijkheden in het koninkrijk der Nederlanden

Dirk Roosenburg werd in Den Haag geboren als zoon van een arts. Hij bezocht de HBS en volgde aansluitend een opleiding aan de Technische Hogeschool in Delft. In 1911behaalde hij zijn ingenieursdiploma. Daarna studeerde hij nog een jaar aan de Ecole des Beaux Arts in Parijs. Om praktijkervaring op te doen, werkte hij bij architect Jan Stuyt.

Vervolgens bij de Rijksgebouwendienst en van 1914 tot 1916 als tekenaar op het bureau van Hendrik Petrus Berlage, die zich sinds 1913 in Den Haag had gevestigd.  Ondertussen ondernam hij studiereizen in Europa en de Verenigde Staten. In 1921 vestigde hij zich als zelfstandig architect. Hij werd in dit stadium sterk beïnvloed door de moderne architectuur van de Nieuwe Haagse School,  waarbij sterk de nadruk werd gelegd op een samengaan van horizontale en verticale lijnen en kubieke massa’s. Deze architectuur was wezenlijk beïnvloed door het werk van de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright, en al vroeg door Berlage in Nederland geïntroduceerd.

Roosenburgs eigen woonhuis (1921) aan de Kerkhoflaan , in de duinen aan de rand van de Indische buurt, was zeer beïnvloed door de architectuur van Frank Lloyd Wright, wat onder andere aan het flauw hellende dak met breed overstekende overstekken te zien was. Ook de fraai aangelegde tuin maakte deze woning tot een ‘Gesammtkunstwerk’, en is dan ook verschillende keren in architectuurpublicaties afgebeeld. In de loop van de jaren dertig werkte hij in een meer persoonlijke stijl, waarvan de opvallende villa Windekind (1927) in Scheveningen een goed voorbeeld is. De ambachtelijke metselverbanden in zijn werken verraadden de invloed van Berlage.

 

Landhuis, architect D. Roosenburg. Foto: Architectuurboek van J.G. Wattjes

Foto: familie archief Roosenburg

Ir. Roosenburg bouwde veel voor de overheid en het bedrijfsleven. Hij was een aimabele man die snel vriendschap sloot met zijn opdrachtgevers, zonder overigens een allemansvriend te zijn.
Voor zijn jeugdvriend Albert Plesman bouwde hij in Scheveningen het hoofdkwartier van de KLM (1940/1949, nu het Ministerie van Verkeer en Waterstaat) en ontwierp het oudste logo van de KLM. Ook werd hij de huisarchitect van het Philips elektronica concern, dank zij zijn vriendschappelijke relatie met Ir. Frits Philips. Hij bouwde onder andere het hoofdkantoor in Eindhoven, dat door een bombardement in 1943 zwaar werd beschadigd. Andere kantoorgebouwen ontwierp hij o.a. voor de Indische Pensioenfondsen te Den Haag; de Rijksverzekeringsbank te Amsterdam en de Oranje Nassaumijn te Heerlen. Daarnaast adviseerde hij over de vormgeving van grote waterstaatswerken zoals de sluizen in de Afsluitdijk, het Maas-Waalkanaal, het Twentekanaal en –na de oorlog- de karakteristieke ventilatietorens van de Velsertunnel. Twee van zijn kleinkinderen volgden hem in zijn voetsporen: Dirk Roosenburg jr. zette het bureau van zijn grootvader voort dat hij met het LIAG-bureau fuseerde.  Roosenburgs andere kleinzoon Rem Koolhaas verwierf met zijn Office for Metropolitan Architecture internationale faam.

Foto: familie archief Roosenburg

Dirk Roosenburg was ook op andere gebieden een creatief talent. In Dordrecht ontwierp hij in 1918 het standbeeld voor de gebroeders De Witt. Voor zijn vrouw Annie Luyt maakte hij hoeden en kleding en was soms ook edelsmid. Daarnaast hield hij zich sporadisch bezig met het ontwerpen van meubelen die hij bij Pander, Mutters en LOV liet vervaardigen.
Zijn zoon Teun Roosenburg (1916-2004) die een beeldhouwersopleiding volgde, heeft in zijn jonge jaren nog een tijdje stage gelopen bij Mutters. Later kreeg hij onder meer opdrachten om de gebouwen van zijn vader van sculpturaal werk te voorzien.

Van 1916 tot 1935 was Dirk Roosenburg vrij medewerker van de meubelfabriek LOV. Zijn naam werd dan ook op het briefpapier en reclamedrukwerk opgevoerd. Mogelijk is hij bij de meubelfabriek betrokken geraakt door Herman Mertens, ook een oud-medewerker op het bureau van Berlage.

Over de ontwerpen die de architect aan LOV leverde, zijn tot nu toe weinig gegevens bekend. In de documentatie kan men een ontwerp terug vinden voor een houten pendule met een fraaie gefacetteerde klokkenkast en wijzerplaat. Ook zijn er eetkamerstoelen bekend in de strakke  Nieuwe Haagse Schoolstijl, waarbij de uiteinden van de rugleuningen voorzien zijn van snijwerk met speelse figuurtjes. Mogelijk heeft Roosenburg ook inrichtingen voor zijn kantoorpanden bij LOV besteld, maar dat zou nog nader onderzocht moeten worden.

 

Frederik Erens

 

Literatuur:

  • Dorine van Hoogstraten, Dirk Roosenburg 1887-1962. (Rotterdam 2005)
  • Teun Roosenburg in woord en beeld. (Oost-Eijsden, 2003)
  • Prof. H. Brugmans red. Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in Woord en Beeld. (Amsterdam, 1938)